Fosforgebrek (P)

Fosfor, essentieel, veel besproken en vaker een probleem!

Fosfor is een onderdeel van fosfaat, dat de gemoederen al een tijd bezig houdt in de melkveehouderij. In de gevoerde wet- en regelgeving is fosfor naast stikstof het element waar we tegenwoordig zuinig mee om moeten springen en de vraag die zich aandient is: gaan we tegen tekorten aanlopen op het gebied van fosfor?
U heeft immers vast wel eens gehoord of wellicht wel eens meegemaakt, dat een “melkziekte koe” na meerdere infusen nog niet wilde staan. Verder vreet en drinkt het dier wel en oogt het fit, maar in de benen ho maar! Een dergelijke koe wordt ook wel downer koe genoemd. Aanvullend onderzoek bij deze dieren brengt veelal hypofosfatemie (een verlaagd fosfaatgehalte in het bloed) aan het licht en een behandeling met fosforpillen doet in zo’n geval vaak wonderen! Harde cijfers ontbreken, maar het lijkt er wel eens op dat dit soort gevallen vaker voorkomen de laatste jaren. Reden tot paniek?

Figuur 1. Fosforbewegingen in en uit het lichaam. (Bron: Agrifirm)

 

Stofwisseling van de koe
De stofwisseling van fosfor in het lichaam van de koe is in figuur 1 schematisch weergegeven. De voeding is de voornaamste externe bron van fosfor, daarnaast vormen de botten een reservebron voor fosfor in het lichaam.
In het lichaam is tevens een “fosforkringloop” aanwezig. Hierin wordt fosfor via het speeksel uitgescheiden en via het maagdarmkanaal grotendeels weer opgenomen. Dit systeem zorgt er met name voor dat de pensmicroben worden voorzien van voldoende aanvoer van fosfor en is van belang voor de vorming van enzymen die betrokken zijn bij de afbraak van plantaardige celwanden. Daarnaast werkt het speeksel ook als buffer voor de pens. Verder speelt fosfor een rol in de stofwisseling en de goede werking van spieren. Het belang van voldoende herkauwactiviteit om dit systeem goed te laten draaien staat voorop!
Fosfor verlaat het lichaam via verschillende wegen. Een van de belangrijkste wegen waarmee de lacterende koe fosfor verliest is via de melkproductie. Per liter geproduceerde melk verlaat 0,7 tot 1,2 gram fosfor het lichaam; afhankelijk van het lactatiestadium en vet- en eiwitgehalte van de melk. Een andere belangrijke route voor fosforverlies is uitscheiding via de mest. Daarnaast gebruikt bij dracht de ongeboren vrucht ook een deel van het fosfor van het moederdier om zich te ontwikkelen en te groeien. Verlies van fosfor via de urine is bij melkgevende koeien met een normale herkauwactiviteit verwaarloosbaar. Bij jonge kalveren en droge koeien op een dieet met veel fosfor is er wel uitscheiding van fosfor via de urine.

Behoefte van de koe
Koeien hebben allemaal voldoende fosfor nodig om goed te kunnen functioneren en de behoefte aan fosfor is afhankelijk van een aantal factoren (productiestadium, groei, etc.). Het Centraal Veevoederbureau heeft de behoeften van verschillende categorieën melkvee onderzocht, welk overzicht is te zien in Tabel 1.
Zoals te zien is, varieert de behoefte aan fosfor aanzienlijk. Een droge koe heeft een lagere behoefte aan fosfor in de voeding (1,9-2,0 g/kg DS) dan een productieve koe. Hierbij is tevens te zien dat een hogere melkproductie ook een hoger gehalte aan fosfor per kilogram drogestof vraagt.

Tabel 1. Fosforbehoefte van verschillende categorieën melkvee (Bron: Centraal Veevoederbureau).

Categorie Drogestof-opname (kg) Bruto behoefte (g/dier/dag) Bruto behoefte (g/kg DS)
Droogstaand, 8-3 weken voor afkalven 11,5 21 1,9
Droogstaand, 3-0 weken voor afkalven 11,0 22 2,0
Melkgevend, 20 kg/dag 18,5 47 2,5
Melkgevend, 40 kg/dag 23,5 79 3,3



Aanbod vanuit het voer:
Voldoen de gevoerde rantsoenen aan de fosforbehoefte die de koeien hebben? Voorheen bevatten melkveerantsoenen tot gemiddeld meer dan 4 gram fosfor per kilogram drogestof; meer dan voldoende dus! Met de huidige regelgeving is daar wel verandering in gekomen en wordt er onder andere meer gebruik gemaakt van krachtvoeders met een lager fosforgehalte. Ook in de graskuilen is een verandering te zien. Onderzoek laat een dalende trend zien in fosforgehalte van de (voorjaars)kuilen (figuur 2). Echter, met een uitgebalanceerd rantsoen wordt de behoefte in vrijwel alle gevallen nog steeds gedekt. Momenteel nog geen reden tot paniek, maar uiteraard is het wel zaak deze dalende trend op fosfaatgebied de komende tijd goed in de gaten te houden.

Figuur 2. Fosforgehalte voorjaarskuilen over de jaren in gram per kg DS (Bron: eurofins-agro.com)

Netto fosforwaarde
Elk voedermiddel en grondstof kent een fosforwaarde. Echter niet alle fosfor is voor de koe opneembaar, zo blijkt uit praktijkproeven van Agrifirm (tabel 2). De hoeveelheid opneembaar fosfor en het endogene fosforverlies bepalen het verschil tussen fosfor en netto fosfor. De netto fosforwaarde van stro ligt op een compleet ander niveau, en zelfs negatief, ten opzichte van de fosforwaarde. Door de harde strodeeltje worden meer darmcellen met fosfor afgevoerd. Hierdoor treedt veel endogeen fosforverlies op (net als eiwit) en moet er dus zelfs gecompenseerd worden. Daarom verdienen strorantsoenen extra aandacht.

Tabel 2. Fosfor- en netto fosforwaarden van verschillende voedermiddelen in gram per kg DS (Bron: Agrifirm).

Voedermiddel Fosfor Netto fosfor
Tarwe  3,5  2,5
Perspulp 0,9  0,2
Aardappelvezel 1  0,1
Graskuil 4 1,9
Bierborstel 5,7 2,4
Tarwestro 0,9 -0,3

  

Wanneer kan het mis gaan?
Wanneer een koe voldoende voeropname heeft, moeten we het wel heel bont maken wil een koe een fosfortekort ontwikkelen. Globaal genomen verdienen stro- en maisrantsoenen met weinig krachtvoer extra aandacht.

Terugkomend op de “downer” koe, waarbij hypofosfatemie (een tekort aan fosfaat) werd vastgesteld. Waar ligt de mogelijke oorzaak van dergelijk probleem? Hypofosfatemie bij verse koeien wordt met name veroorzaakt door de plots verhoogde behoefte aan fosfor voor de biest- en melkproductie in het begin van de lactatie. Verder draagt de verminderde voeropname net voor het kalven ook bij aan het tijdelijke tekort aan fosfor.

Toch is het niet zo dat iedere koe met een verlaagd fosfaat een 'downer koe' wordt. Koeien met melkziekte hebben naast een verlaagd calcium eveneens een verlaagd fosfaat. Normaliter normaliseert na melkziektebehandeling (lees: calciuminfuus/-bolussen) fosfaat vanzelf. In enkele gevallen blijft het fosfaat echter op een laag niveau steken en hebben we te maken met een “downer koe”. Dit zijn de gevallen waarin een fosforpil ingezet kan worden om het fosforniveau aan te vullen. Vooropgesteld: het voorkómen van een verlaagd fosfaatniveau bij koeien geniet de voorkeur. Hiervoor dienen de volgende zaken in acht genomen te worden:

1. Voer een vers, smakelijk en uitgebalanceerd rantsoen, waarbij de fosfaatbehoefte wordt gedekt. Gezien de lage behoefte van de koeien aan fosfor in de droogstand is dit niet snel een probleem. Het is eveneens belangrijk dat de koeien voldoende herkauwen, zodat de interne fosforstroom blijft draaien (fosfor-recycling).

2. Zorg ervoor dat ook de overige mineralen- en spoorelementenvoorziening gedekt zijn. Voorkom een overmaat aan ijzer.

3. Geef droge koeien een uitloop voor zonlicht en beweging. Dit zorgt voor voldoende vitamine D3.